Staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) staat donderdag een zwaar debat in de Tweede Kamer te wachten. Hij moet de kritische oppositiepartijen ervan zien te overtuigen dat de grootste problemen met de uitbetaling van het persoonsgebonden budget (pgb) nu echt achter de rug zijn.

Van Rijn moet zich donderdag voor de zesde keer dit jaar verantwoorden in de Tweede Kamer voor de aanhoudende betalingsproblemen met het pgb waarmee mensen zelf hun zorg kunnen regelen.

Eind maart kreeg Van Rijn al een motie van wantrouwen aan de broek, en de kans is groot dat die er donderdag opnieuw komt. Als het blijft bij een motie van oppositiepartijen als de SP en de PVV, zal dat Van Rijn niet echt pijn doen. Maar een motie ingediend door D66 en het CDA komt een stuk harder aan.

Volgens bronnen is de staatssecretaris niet van plan af te treden, ook niet als de gehele oppositie een motie van wantrouwen tegen hem zou steunen. VVD en PvdA zien Martin van Rijn als de juiste man om de problemen op te lossen. Van Rijn drukte eerder zijn stempel op grote veranderingen in de jeugdzorg en de langdurige zorg voor ouderen en gehandicapten.

Pgb-problemen

Met het pgb kunnen mensen zelf hun zorg regelen. Sinds januari keert de Sociale Verzekeringsbank (SVB) het pgb uit en regent het klachten van zorgverleners die niet of te laat worden betaald.

De Kamer gaf Van Rijn tot 15 mei om de grootste moeilijkheden op te lossen. In een brief meldde de staatssecretaris vervolgens dat "het lek boven water" was en dat bijna alle correct ingediende declaraties nu ook snel worden uitbetaald.

Maar de oppositie blijft daar vragen over houden. Mona Keijzer (CDA): "Wij willen weten of de betalingen op reguliere wijze verlopen. De staatssecretaris zegt dat het goed gaat, maar het onderzoek waarop hij dat baseert rammelt. In de steekproef is alleen gekeken naar betaalde declaraties.''

Pia Dijkstra (D66): "Wij zijn al negen maanden geleden begonnen met waarschuwen, het loopt niet goed en we zien ook niet dat er nu echt iets structureel is verbeterd.'' Carla Dik-Faber (ChristenUnie): "Er is wel een enorme achterstand ingehaald. Maar nog steeds krijg ik mails van mensen die nog helemaal niet zijn betaald. Hoe groot is die groep en hoe krijgen we ze in beeld, want kennelijk verdwijnen ze in het systeem."

Meevoelende staatssecretaris

D66 en ChristenUnie willen eigenlijk ook een ''andere'' Van Rijn zien. "Ik wil een meevoelende staatssecretaris zien'', zegt Dik-Faber. "Niet alleen om mij antwoord te geven, maar ik sta er wel namens de pgb-houders en zorgverleners die in een belabberde situatie zitten.'' Dijkstra: "Voor de pgb-houders moet dit op orde komen. Zij krijgen nu soms alleen nog de hulp die zij nog hebben omdat hun zorgverleners gewoon doorgaan, maar niet dankzij het systeem.''

Per Saldo, een belangenorganisatie voor mensen met een pgb, denkt niet dat de problemen opgelost kunnen worden door Van Rijn naar huis te sturen. "Wat schieten wij daar mee op? Wij willen weten wanneer het probleem is opgelost'', zegt Cynthia Vogeler van de organisatie. Per Saldo krijgt volgens haar nog altijd tientallen telefoontjes per dag over betalingen die niet goed gaan. "Dit systeem is veel te ingewikkeld en foutgevoelig, het moet eenvoudiger."

Van Rijn, man met een missie

Van Rijn (1956) was de grote onbekende in het kabinet-Rutte-ll. Tot hij aantrad was hij voorzitter van de Raad van Bestuur van pensioenuitvoerder PGGM. Eerder werkte hij op diverse ministeries. Als directeur-generaal gezondheidszorg (2003-2008) was hij in 2006 al verantwoordelijk voor een grote operatie: de komst van de zorgverzekeringswet waardoor het ziekenfonds en de particuliere zorgverzekering verdwenen.

Acht jaar later ging onder zijn leiding als staatssecretaris de langdurige zorg voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten op de schop. Lichte zorgtaken uit de flink uitgedijde volksverzekering AWBZ gingen in 2015 over naar de gemeenten en zorgverzekeraars en in de nieuwe Wet langdurige zorg wordt geregeld dat de mensen die veel zorg nodig hebben terechtkunnen in verpleeg- en verzorgingshuizen en instellingen voor gehandicapten.

Onvermoeibaar doorkruiste hij afgelopen jaar het land voor zijn missie: de geesten rijp maken voor het moderniseren en verbeteren van de langdurige zorg voor ouderen en gehandicapten. Om alle afspraken in de uitpuilende agenda te kunnen nakomen en de effecten van gedane suggesties te overzien, waren en zijn Van Rijn’s werkdagen doorgaans beduidend langer dan de reguliere acht uur. Tot in de kleine uurtjes blijven details zijn aandacht vragen en ook dan wil hij graag nog van anderen horen wat zij ervan vonden.

Van Rijn loodste ook de nieuwe opzet voor de jeugdzorg door de Eerste Kamer die een einde moet maken aan de versnipperde aanpak van de zorg voor jeugd. En om roken en drinken onder de jeugd te ontmoedigen verhoogde hij de minimumleeftijd voor alcohol en tabak van 16 naar 18 jaar.

Lees ook

Waarom de pgb-bende nog groter kan worden

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl